Ihwa-dong, Seoul, 2022

Een broeierige zomeravond in Seoul. Een jonge vrouw, Ayami, loopt het theater uit waar ze werkt. Ze komt haar baas tegen, en samen gaan ze op zoek naar een verdwenen kennis. Dan krijgt Ayami de opdracht om een bezoekende Duitse schrijver te begeleiden. In Bae Suahs roman Untold Night and Day hangt er meer in de lucht dan alleen de drukkende hitte:

It was the time of the year when sleep was stretched thinnest, like oxygen at a high altitude. Yet it was also a time governed by a colloid of dreams in which gravity and density were most intense. (…) The midsummer metropolis was a temple of benumbed languor, the home of long-vanished, cult-worshipping tribes. (…) An empire of agonising visions drifted up from its bubbling surface and floated over the city.’

In de recensie in The Guardian heet de roman terecht ‘a dreamlike quest’ en ‘a metaphysical detective story’. In een interview met dezelfde krant geeft Bae toe dat ze de lezer graag op de verkeerde been zet. De interviewer twijfelt of de roman wel te begrijpen is voor lezers die niet ingewijd zijn in de traditie van Koreaanse spook- en heldenverhalen, het boeddhisme of het sjamanisme, waarvoor Bae een uitgesproken interesse heeft. Het antwoord van de auteur is veelzeggend voor haar houding tot het literair bedrijf: ze heeft er geen idee van.

Untold Night and Day verscheen oorspronkelijk in 2013, zeven jaar voor de Engelse vertaling van Deborah Smith en twintig jaar na Bae’s eerste roman. In Zuid-Korea hebben haar boeken veel discussie opgeroepen. Vooral na de roman A Greater Music in 2005 werd Bae bestempeld als een ‘on-Koreaanse’ schrijver. Haar zinnen zouden te lang en complex zijn en vooral doen denken aan het Duits, de taal waaruit Bae zelf literatuur naar het Koreaans vertaalt. Daarnaast laat ze haar personages – meestal jonge vrouwen – vaak door steden als Berlijn – waar ze gewoond heeft – en Wenen zwerven. Alles bij elkaar geteld wijkt ze kennelijk te sterk af van het repertoire van de Koreaanse literaire canon.

In het interview met The Guardian reageert Bae nonchalant op de verwijten. Volgens haar storen mensen zich er vooral aan dat ze geen ‘verfijnd en mooi Koreaans’ schrijft. Haar zinnen zijn nu eenmaal minder gepolijst. In een interview met haar vertaler Deborah Smith in The White Review naar aanleiding van de Engelstalige publicatie van A Greater Music in 2017 is ze wel zeer uitgesproken over haar keuze voor vrouwelijke personages:

‘They are women who refuse or cannot have their own place in traditional society. I love such women. (…) Women who go their own way in accordance with their own stubbornness, and who are not afraid to do so. (…) I want to make them cross a certain border that I myself could not cross because my bravery was insufficient. I wish them to be stronger than I am.’

In haar nawoord in Untold Night and Day nuanceert Smith de aanname over Bae’s ‘on-Koreaans’ zijn: volgens Smith is ze niet zo zeer een ‘on-Koreaanse’ als wel een ‘niet-nationale’ schrijver. Haar horizon is nu eenmaal niet beperkt tot de grenzen van één land. Zit de pijn misschien juist daarin? En wat is eigenlijk ‘Koreaans’?

In zijn essay in Aeon neemt de historicus Minsoo Kang het Koreaanse concept ‘han’ (한) onder de loep. ‘Han’ staat voor veel negatieve emoties, onder meer een diep verdriet, spijt, rancune en woede. ‘Han’ zou zo bepalend zijn voor het ‘Koreaans-zijn’ dat het niet vertaald kan worden. Het concept heeft een duidelijke weerslag ook in de hedendaagse kunst en cultuur, bijvoorbeeld in van wrok, verdriet en woede doorspekte films zoals Parasite en Oldboy (of, als het meest recente voorbeeld, in Decision to Leave, die uitkwam pas na het verschijnen van Kangs essay).

Kang plaatst vraagtekens bij de aanname dat die heftige emoties het bepalende ‘Koreaanse’ element zouden zijn. Zelfs het concept als zodanig blijkt van niet-Koreaanse oorsprong: het woord is afkomstig uit het Chinees, en het idee van Koreanen als ‘han’-mensen dateert uit niet eerder dan de twintigste eeuw. Tijdens de Japanse bezetting werd ‘han’ door de bezetter gebruikt als rechtvaardiging voor de onderdrukking en uitbuiting van Koreanen. Van daaruit is het begrip geslopen in het Koreaanse zelfbewustzijn, aldus Kang. Op een gegeven moment was het voor vrouwen lovenswaardig om in stilte te lijden.

Terug naar Bae Suah, haar vermeende ‘on-Koreaans’ zijn en haar personages die, nu we het over ‘han’ hebben, ook nog eens weinig lijdzaam in het leven staan. Ze zijn op drift, of in ieder geval constant onderweg zonder te weten waarheen, maar dat zien ze eerder als een condition humaine dan iets waarover ze zich druk zouden moeten maken. In de woorden van Kyung-hee, de protagonist in de roman Recitation:

‘When the being that is a given person crosses countless mountains and rivers and arrives at a temporal and geographic limit of whatever degree, then at that point those countless mountains are already a single world mountain, and the waters of countless rivers are all flowing as a single world river, inside the temporal totality of this universe, where millions of stars are simultaneously self-annihilating in a great flash of light, this universe which is dying with a mad frenzy, I felt the fact that, at that time, a certain entity is not me, the fact that I am not that particular entity, the fact that I am the self of precisely now, could no longer be as definitive an explanation of certain phenomena.’

 

Untold Night and Day, A Greater Music en Recitation zijn beschikbaar in de digitale bibliotheek van Koreaanse literatuur van het Literature Translation Institute of Korea. Een account aanmaken is gratis. 

September 2022