
De filosoof Walter Benjamin was een verzamelaar van boeken, en over het verzamelen schreef hij een essay waarin hij uitlegt wat de kern van het verzamelen volgens hem is. In ‘Ich packe meine Bibliothek aus’ (oorspronkelijk een toespraak; misschien wel beter bekend in de Engelse vertaling, ‘Unpacking my library’) stelt hij dat het een vergissing is te denken dat de boeken in de verzamelaar leven. Het is eerder andersom: verzamelaars leven in hun boeken. Hij legt het verzamelen uit als een passie die altijd aan een chaos grenst, en het is de taak van de verzamelaar om de chaos te ordenen. Daar zit een noodzaak achter, want een echte verzamelaar herken je daaraan dat het is alsof zijn eigen leven en lot ervan afhangen, wat er met zijn boeken gebeurt.
Die gedachte brengt Mia Hansen-Løve in haar nieuwste film Un beau matin invoelbaar in beeld. Zoals Benjamins essay, ook de film heeft een autobiografische basis: net zoals de vader van de hoofdpersonage Sandra (een mooie rol van Léa Seydoux), was Hansen-Løve’s vader filosoof en leed hij aan een zeldzame hersenziekte. Wat er nog meer is: de bibliotheek van Sandra’s vader in de film is daadwerkelijk de bibliotheek van de al overleden vader van Hansen-Løve.
Uit de manier waarop Sandra haar blik over zijn boekenkasten laat glijden, spreekt zo’n intens verdriet dat de kijker alleen mee kan rouwen om wat verloren gaat, nu de snel aftakelende vader zijn band met de boeken kwijt is. Sandra wil bij het leeghalen van zijn appartement de bibliotheek niet uit elkaar laten vallen, omdat, zegt ze, zijn ziel in de boeken zit. Haar jonge dochter verbaast zich over de uitspraak, want de voormalig hoogleraar filosofie heeft al die boeken toch niet zelf geschreven. Nee, antwoordt Sandra met klem, maar hij heeft ze wel zelf uitgezocht. In navolging van Benjamin: hij is zijn bibliotheek.
Iets vergelijkbaars liet Hansen-Løve al een aantal jaren geleden gebeuren in L’avenir. Ook in deze film is er een appartement vol boeken, nu van een echtpaar dat uit elkaar gaat. Nathalie (Isabelle Huppert), misschien niet helemaal toevallig ook weer filosoof, wordt razend als ze op een dag naar huis komt en ziet dat er een lelijk gat in de boekenkast gaapt. Haar ex heeft niet alleen zijn eigen spullen opgehaald, maar ook een deel van hun bibliotheek. Daarmee geconfronteerd, beweert hij dat de Schopenhauer van hem is, wat Nathalie weer bestrijdt met de furore van iemand die in haar boeken leeft en van binnenuit begrijpt dat al die boeken een onderlinge samenhang hebben. Zomaar een deel ervan verwijderen doet geweld aan het geheel, en aan haarzelf.
Van Hansen-Løve’s Nathalie is er een korte weg naar The Book of Form and Emptiness, de roman waarvoor Ruth Ozeki eerder dit jaar de Women’s Prize for Fiction won. Daarin zoekt de dertienjarige Benny na de plotselinge dood van zijn vader houvast in boeken. En niet alleen dat: hij wordt vrienden met een bepaald boek. Zoals het Ozeki als zenboeddhist betaamt, geeft zij het boek een eigen stem – letterlijk, want het boek begint tegen Benny te praten. Vanuit het perspectief van het boek gezien vormen boeken een ‘rhizomatic network beneath human consciousness’ dat de wereld van het denken bij elkaar houdt. Doordat ze in het hoofd van lezers – en schrijvers – belanden, veranderen ze steeds van vorm en verveelvoudigen ze zich.
Achter die gedachte staat ook Viv Groskop in haar essaybundel The Anna Karenina Fix. De ondertitel Life Lessons from Russian Literature is slechts voor een deel als een grap bedoeld. Groskop, journalist, presentator en stand-upcomedian, beschrijft de ontdekking van Russische klassiekers in haar tienerjaren als niet minder dan een thuiskomen. Zo zeer thuis voelde ze zich dat ze zelfs meende vooralsnog onbekende Russische voorouders te hebben. Dat haar achternaam een heel andere oorsprong bleek te hebben, kwam ze pas te weten na haar studie Russische literatuur, toen ze haar hart al voorgoed verpacht had aan Tsjechov, Gogol, Boelgakov en andere Russische schrijvers.
Ondanks dat ze de reputatie hebben zwaar verteerbaar te zijn, betoogt Groskop, gaan klassiekers als Anna Karenina of Dode zielen in feite over de meest basale menselijke gevoelens en driften. Wat ze met je als lezer doen, verschilt natuurlijk van persoon tot persoon, maar ook van situatie tot situatie. Zo vindt Groskop dat het iets heel anders is gedichten van Anna Achmatova in haar eentje te lezen dan ze uit te voeren voor een groep luisteraars. Dat laatste, heeft ze zelf ervaren, heeft een nogal verhevigend effect: ‘Reading Akhmatova’s poetry to yourself is like splashing your face with cold water. Learning her verses by heart and reciting them in a room of devotees is like dancing naked under a waterfall.’
Dat ergens thuis zijn overeenkomt met de boeken die je om je heen hebt, wordt in één blik duidelijk in nog een andere recente Franse film, Vortex van Gaspar Noé, die na een jaar vertraging nu eindelijk te zien in Nederland. In twee parallelle split-screen-beelden wandelt de camera door kamers die zo goed als bedekt zijn door volgestouwde boekenkasten en stapels boeken op de grond en op de meubels. Zo essentieel horen boeken bij het leven van zijn protagonisten dat hun overvolle Parijse zolderappartement haast de status van een extra protagonist krijgt.
Zij (adembenemend gespeeld door Françoise Lebrun) is een gepensioneerde psychiater met Alzheimer. Hij (een net zo geweldige rol van de Argentijnse regisseur Dario Argento) is ondanks zijn hartklachten nog steeds werkzaam als filmcriticus. Als haar conditie snel verslechtert, dreigt een verhuizing naar een verpleeghuis. Zij heeft er geen woorden meer voor, maar hij maakt duidelijk dat het niet gaat. Want dan zouden ze een groot deel van hun boeken moeten afstoten: een onmogelijke gedachte. In de boeken zit namelijk hun leven en verleden. De echo van Benjamins verzamelaar is weer vlakbij.
November 2022
Naschrift: Daags na de publicatie van dit stuk werd ik geattendeerd over een column van Bart Funnekotter in NRC over ongelezen boeken. Passend bij mijn gedachtegang citeert Funnekotter de boekverzamelaar A. Edward Newton: ‘The buying of more books than one can read is nothing less than the soul reaching towards infinity.’ Geen boekenkast kan te vol zijn, en geen huis te vol boekenkasten.